Aan de ijsberen merkt Wanda dat verrijking een duurzaam positief effect kan hebben. ‘Twee van hen zijn, van jongs af aan, vaak en op allerlei manieren verrijkt. Daardoor hebben ze extra verbindingen in de hersenen aangelegd. Ik kan zien dat ze problemen beter op kunnen lossen dan de anderen. En als zich een stressprikkel voordoet, doet ze dat nauwelijks iets.’ Rustgevende verrijkers zijn ook de bezoekers zelf, bewees de coronacrisis. ‘Zodra we onze deuren moesten sluiten, schrokken de Humboldtpinguïns – toch al stressgevoelige beestjes – van elk geluid’, herinnert Wanda zich. Met het geroezemoes van bezoekers, cateringluchtjes en huppelende dreumesen keerde ook de rust weer terug. ‘Het vormt een prettige muur van ruis voor ze.’
De meest geliefde vorm van verrijking onder dieren én bezoekers is voedsel. Wasberen kronkelen zich in alle bochten voor pindakaas, eieren en insecten. Eten verstopt in de grond of in een pvc-buis met gaatjes is een uitdaging voor elk knaagdier. Al zijn niet alle dieren even makkelijk te verleiden. ‘Muskusossen vinden niks interessant’, verzucht Wanda. Soms pakt een idee heel anders uit dan verwacht. ‘Ik heb de kuifhoenderkoeten eens een bal gegeven, gevuld met andijvie. Ze hebben er de hele dag doodsbang naar staan staren.’ Maar ook dat is gezonde verrijking, legt Wanda uit. ‘Het hoeft niet alleen maar pret te zijn. In het wild dreigt er vaak gevaar.’