Introductie
De driekleurglansspreeuw (Lamprotornis superbus) is een van de kleurrijkste glansspreeuwensoorten. In Rimbula leeft een grote kolonie. En niets ontgaat deze nieuwsgierige spreeuwen.
De driekleurglansspreeuw (Lamprotornis superbus) is een van de kleurrijkste glansspreeuwensoorten. In Rimbula leeft een grote kolonie. En niets ontgaat deze nieuwsgierige spreeuwen.
Kenmerken
Leefwijze
Status
De driekleurglansspreeuw dankt zijn naam aan de drie, of eigenlijk vier, verschillende kleuren. Ze hebben een oranje buik met een witte buikstreep, blauwgroene hals- en vleugelveren en een zwart masker met opvallende, feloranje of roodachtige irissen. Net als andere glansspreeuwen hebben ze reflecterende veren die hun kleuren extra doen opvallen. Jonge spreeuwen zijn makkelijk te herkennen doordat hun witte buikstreep ontbreekt en ze nog geen gekleurde irissen hebben.
Driekleurglansspreeuwen komen voor in Noord- en Oost-Afrika. Ze leven in grote groepen, vaak samen met andere vogelsoorten. Meestal zijn ze in de buurt van water te vinden, waar de kans op voedsel groter is.
Driekleurglansspreeuwen zijn echte omnivoren, dus alleseters. Ze eten voornamelijk insecten, fruit en bessen, maar soms ook zaden en kleine hagedissen. Sommige prooien, zoals keverlarven, kunnen bijten. Om dit te voorkomen, drukken ze de kop van hun prooi plat op een tak voordat ze hem doorslikken.
Driekleurglansspreeuwen maken vaak open nesten in doornachtige struiken en bomen, maar er zijn ook nesten in boomholtes bekend. In het nest worden 2 tot 4 blauwgroene eieren gelegd, die 12 tot 14 dagen door het vrouwtje worden bebroed. Na 18 tot 24 dagen vliegen de jongen uit, maar ze worden nog wel door hun ouders gevoerd.
Glansspreeuwen leven vaak samen in kleine groepjes. Ze houden alles in de gaten en weten precies wat er in hun territorium gebeurt. Bij een bedreiging wordt er veel kabaal gemaakt en de groep valt aan, totdat de vijand is verjaagd.
Deze spreeuwen leven in grote groepen. Verwante dieren planten zich bijna nooit voort binnen hun familiegroep en zoeken vaak andere groepen om zich bij aan te sluiten. De groepen zijn erg sociaal en helpen elkaar met het grootbrengen van elkaars jongen.