Nortica
Passiebloemvlinders (Heliconiinae) zijn een groep vlinders waarvan de rupsen gespecialiseerd zijn in het eten van passieplanten. In de Vlindertempel vliegen veel verschillende soorten rond, voorzien van de meest unieke kleuren en patronen. Houd je ogen goed open, want deze bijzondere vlinders wil je zeker niet missen!
De oranje passiebloemvlinder (Dryas julia) komt voor van tropisch Zuid-Amerika tot aan Midden-Amerika. Zijn naam geeft een duidelijke omschrijving van zijn uiterlijk, want deze vlinders zijn makkelijk te herkennen aan hun oranje kleur. De mannetjes hebben duidelijke zwarte vlekken en randen. Tijdens het paren voeren ze een karakteristiek dansje op: het vrouwtje spreidt haar vleugels en ligt plat op de grond met haar achterlijf omhoog, terwijl het mannetje om haar heen fladdert.
Met zijn strepen is de zebrapassiebloemvlinder (Heliconius charitonius) lastig te volgen voor roofdieren, een tactiek die ook door zebra's op de Afrikaanse savanne wordt gebruikt. Een opvallend kenmerk van deze soort is dat ze elkaar ’s nachts opzoeken om in groepen van 20 tot 30 vlinders samen te rusten.
De tijgerpassiebloemvlinder (Heliconius hecale) komt voor van Mexico tot Peru, waar ze door tropische bossen vliegen op zoek naar nectar. Eiwitten zijn essentieel voor het leggen van eieren en deze halen ze uit rottend fruit, dierlijke uitwerpselen en zelfs lijkvocht. Daarnaast kunnen deze vlinders tegelijkertijd nectar drinken en stuifmeel eten, hierdoor wordt hun leven aanzienlijk verlengd tot wel enkele maanden.
De luipaardvlinder (Cethosia cyane) behoort ook tot de passiebloemvlinders, maar komt voor in Azië. Net als zijn Zuid-Amerikaanse soortgenoten leggen ze hun eitjes op passieplanten, maar op andere soorten. De rupsen hebben een ander kleurpatroon, met felle rode en gele strepen.
Veel mensen denken dat vlinders alleen nectar drinken, maar dat is niet helemaal waar. Veel vlinders hebben aminozuren (bouwstenen van eiwitten) nodig om lang te leven en eieren te leggen. In de natuur halen ze deze uit rottend fruit, stuifmeel, lijkvocht en leempoeltjes. In de Vlindertempel hebben de vlinders een uitgebreid dieet, waarbij ze zelf kunnen bepalen wat ze eten.
Hoewel de rupsen van passiebloemvlinders voor vogels een smakelijk hapje lijken, worden ze meestal met rust gelaten. Door het eten van giftige passieplanten zijn zowel de rupsen als de vlinders giftig. Daarnaast hebben de rupsen brandharen die een branderig gevoel kunnen veroorzaken bij aanraking. Om hun overlevingskansen te vergroten, concurreren de rupsen andere vlindersoorten weg door hun eieren en kleinere rupsen op te eten.